BLOGs over dit thema:

De magie van het schrijven

Marlies schreef lang niet, maar nu lukt het weer. “Door mijn ervaringen te delen, erken ik het deel in mezelf dat ik als kind heb weggestopt.”

Pink Ribbon Dam tot Dam wandeltocht

Sylvia Henar liep mee met de Pink Ribbon Dam tot Dam wandeltocht. “Wandelend bekijk je alles met een andere bril, die van vertraging.”

Wat is een anafoor?

Een anafoor is een stijlfiguur, net als een metafoor. Maar wat is het precies en hoe gebruik je ‘m? Inclusief voorbeelden van anaforen.

Wat is de beste plek om je blog te plaatsen?

Er zijn verschillende manieren om je blog op internet te zetten, maar wat is nou de beste? Waar plaats je je blog? Dit zijn je opties.

Contentcuratie: wat is het en wat kun je ermee?

Geen inspiratie? Deel de content van een ander. Contentcuratie, heet dat. Als contentcurator ben jij het baken in de bagger!

Vlammend schrijven met een spuitgast op je schouder

Je kunt niet schrijven en redigeren tegelijk, zoals je ook geen vuur kunt maken als er constant iemand water over je vlammetje kiepert.

Ik ben verliefd

Ik ben verliefd. Op een boom. Kan dat? Kennelijk. Schrijven in de natuur doet gekke dingen met de mens. Je ziet en geniet zo veel meer.

Morning Pages schrijven, waar ben ik aan begonnen?

Ariëtte dacht niet dat schrijven het verschil zou maken. Ze had zo veel op haar bordje liggen! Toch deed ze het 30 dagen Morning Pages programma.

Waarom je niet geweldig hoeft te kunnen schrijven om een succesvolle blogger te worden

Denk je dat bloggers en tekstschrijvers in één keer een goed verhaal uit hun mouw schudden? Was dat maar waar.

Eerste keren zijn bijzonder

Eerste keren zijn bijzonder. Een blog dat ik schreef op 20 april 2020, op basis van een teruggevonden krabbeltje op papier uit 2005.

Wat is je punt?

Wanneer je niet duidelijk je punt weet te maken in je blog, haken lezers af. Het maakt ze niet uit of je voor of tegen of paars of rond bent, als je maar IETS bent. Maar hoe doe je dat, een punt maken?

Waarom je saaie herinneringen toch moet opschrijven

Herinneringen zijn een mooie inspiratiebron voor een blog. Maar wat als ze te persoonlijk zijn? Niet spannend genoeg? Waarom zou je ze dan toch opschrijven?

Wil je op de hoogte blijven van de cursussen en workshops van Durf te schrijven? Laat je e-mailadres achter, dan ontvang je schrijftips en updates.

De magie van het schrijven

De magie van het schrijven

De magie van het schrijven

De helende werking van schrijven

Een van mijn passies is schrijven. Dat heb ik eigenlijk al van kinds af aan.
In de derde klas van de lagere school begon ik met het schrijven van verhaaltjes. Mijn fantasie was een welkome afleiding in een ingewikkelde jeugd. Lieve juf Andregg kreeg dit in de gaten en op een dag gaf ze mij een leeg boekje. “Als je de verhaaltjes opschrijft, kunnen we het opsturen naar een uitgever,” zei ze. Helaas had ik destijds te veel last van faalangst waardoor ik blokkeerde, dus het lege boekje belandde in de kast. Haar vertrouwen en geloof in mij, ben ik nooit vergeten. Dat waren waardevolle zaadjes die werden geplant.

De verhaaltjes hielpen mij de harde realiteit te ontvluchten en toen ik ouder werd leek het mij een goed idee om een dagboek te beginnen. Ook dat verzandde in niets want de woorden op papier bleken veel te confronterend. Het schrijven was een te heftige ontmoeting met wat er zich van binnen bij mij afspeelde. Ik liet mijn pen los.

Zo gingen de jaren voorbij en dankzij therapieën, opleidingen en oefeningen kwam het schrijven langzaam terug in mijn leven. Naarmate het opruimen en loslaten van ballast zijn vruchten afwierp, werd schrijven een genot, een passie.

 

Confrontaties op papier veranderden in kansen om te groeien.

 

 

Door af te dwalen in de diepere lagen van mijzelf veranderde mijn leven in positieve zin, op alle fronten! Mijn dagboek werd mijn vriendin.

Ik kreeg honger naar meer en anders schrijven. Toen ik in revalidatie zat vanwege knieblessures, wilde ik het schrijven op een andere manier vormgeven. Wat zou het fijn zijn als ik mijn levens- en werkervaring zou kunnen delen. Misschien dat iemand anders er iets aan heeft? Of zouden mijn ervaringen te confronterend zijn voor de lezer? Zodra iemand zijn of haar eigen pijn niet herkent, kan dat zich uiten in boosheid en frustratie naar mij toe. Maar de positieve kant van het delen van ervaringen won het van mijn angst voor nare reacties, dus het plan was geboren.

Ik had er zin in maar wist niet goed waar te beginnen.
Ik besloot op zoek te gaan naar een schrijfcoach. En zo kwam Eva van ‘Durf te schrijven’ op mijn pad. Bij haar leer ik bloggen. En wat ben ik blij met haar, dit gun ik iedereen! Eva redigeert en corrigeert, geeft handvatten en complimenteert. Ze is heel eerlijk en soms super kritisch, maar alles op een hele fijne manier.

Ik kreeg steeds meer plezier in het schrijven en dat had zelfs een positieve invloed op mijn revalidatieproces. Het werkt(e) op meerdere fronten door. Schrijven geeft mij een heerlijk gevoel, het is bewust worden, inzicht krijgen, accepteren, loslaten en vertrouwen. En door mijn ervaringen te delen, erken ik het deel in mezelf dat ik als kind heb weggestopt.

Schrijf jij wel eens?
Wat is jouw ervaring met schrijven?

Hartegroet, Marlies
Psychosociale hypnotherapie, Systemisch werk, Yoga, Mindfulness, Bosbaden en Ervaringsdeskundige

Heb je nog vragen voor Marlies of wil je meer over haar en haar werk weten? Check landgoedbergendal.com.

Wil jij ook gastbloggen voor Durf te schrijven? Stuur je blog naar , met een (rechtenvrije of zelfgemaakte) foto voor boven het blog, het liefst een foto waar je zelf op staat.

Pink Ribbon Dam tot Dam wandeltocht

Pink Ribbon Dam tot Dam wandeltocht

Pink Ribbon Dam tot Dam wandeltocht

Sylvia Henar liep de Pink Ribbon Dam tot Dam wandeltocht 27km

Op 16 september 2023 vond de Pink Ribbon Dam tot Dam wandeltocht plaats.
Sylvia Henar (50) was één van de 13.000 wandelaars die met elkaar € 392.539,00 inzamelden voor Pink Ribbon, de organisatie voor een beter leven voor borstkankerpatiënten. Durf te schrijven sponsorde haar 27 kilometer lange tocht; in ruil schreef ze een sfeerverslag over de dag.

 

“De dag begon met pech. Wegens een gaslek in een trein plus een technische storing in de metro waren ik en circa 500 andere wandelaars gestrand. We konden het Centraal Station van Amsterdam niet bereiken. Het wandelen begon dus eerder dan gepland!

Het voordeel was wel weer dat ik direct contact met andere wandelaars maakte. Iedereen had er zin in en deelde zijn/haar wandelervaringen.

Vroeg op pad
Omdat er warm weer was voorspeld wilde ik om 8 uur starten met deze wandeltocht van 27 kilometer. Ik loop niet graag als het zonnetje te fanatiek schijnt, het lichaam voelt dan snel zwaar aan. Dat starten werd iets later: 9.15 uur.

De eerste uren heb ik goed de pas erin gehad om de schade een beetje in te halen. Leuk om, via Amsterdam-Oost, mijn eigen stad in te wandelen. Ik zag dingen die mij nooit eerder waren opgevallen. Dat is ook wat wandelen zo leuk maakt; je bekijkt alles met een andere bril, die van vertraging.

De meeste mensen liepen samen. Ik liep alleen, wegens een gebrek aan sportieve vriendinnen? 😉 Gelukkig staan de meeste wandelaars open voor een praatje. Ook heb ik, ongevraagd, gesprekken afgeluisterd. De meeste wandelaars waren vrouw en tja, vrouwen kletsen wat af.

Vrouw A tegen vrouw B: “Heeft Herman al een nieuwe vlam?”
Vrouw B: “Nee, maar hij is nog steeds gek op Anja.”
Vrouw A: “Dus als Anja zegt oké, dan gaat hij er voor?”
Vrouw B: “Ja, dat denk ik wel. Maar Anja is gek op Nico, en die is nog getrouwd…”

Typische vrouwenpraat dus. Altijd gezellig en de wandeluren vliegen voorbij.

 

“Dat is ook wat wandelen zo leuk maakt;
je bekijkt alles met een andere bril, die van vertraging.”

 

De muziek langs de kant was hier en daar iets ongelukkig als je denkt aan het thema van de dag. “Ik ben wel ziek maar nog niet dood, ik ben nog lang niet booooven”… oeps!

Bij iedere stempelpost werden er de nodige versnaperingen uitgedeeld. Ik weet niet of de bananen zo handig waren, want de schillen lagen al snel overal op het wandelpad. Best vervelend om zo uitgeschakeld te worden?

Dapper
Aan het einde, op de Dam in Zaandam, zaten mijn tante en haar partner mij op te wachten. Zij zijn nog een stukje met me meegelopen. De man is de 80 gepasseerd en slecht ter been, dus dat vond ik dapper. Ook daarom wandel ik graag en maak graag ik gebruik van wat mijn lichaam mij geeft. Er komt een dag dat het allemaal niet meer zo soepel gaat.

Het was een mooie en gezellige dag, met perfect weer voor een wandeltocht. En voor Pink Ribbon heb ik uiteindelijk meer dan € 600,- opgehaald. Zelfs na de wandeling kwamen er nog donaties binnen. Over Pink Ribbon hoef ik verder denk ik niet veel te zeggen; helaas kennen we allemaal wel een vrouw die met borstkanker te maken heeft gehad. Onderzoek blijft zo ontzettend belangrijk en kost nu eenmaal veel geld.

Volgend jaar wil ik weer meedoen, dan hopelijk gezellig samen met vriendinnen!”

Wil jij ook gastbloggen voor Durf te schrijven? Stuur je blog naar , met een (rechtenvrije of zelfgemaakte) foto voor boven het blog, het liefst een foto waar je zelf op staat.

Wat is een anafoor?

Wat is een anafoor?

Wat is een anafoor?

Julius Caesars moord - anafoor ik kwam, ik zag, ik overwon

Ik hou van schrijven.

Ik hou van schrijven omdat ik er mijn ideeën en gedachten mee kan delen.
Ik hou van schrijven omdat het me in contact brengt met mezelf en de wereld om me heen.
Ik hou van schrijven omdat het gepuzzel met woorden een heerlijk spel op papier is.

Met de kracht van je woorden kun je lezers overtuigen, of een idee of emotie overbrengen. Daarbij kun je verschillende stijlfiguren inzetten. Anaforen, bijvoorbeeld.

 

Metaforen ken ik, maar wat zijn dan anaforen?

 

 

Een anafoor is een stijlfiguur waarbij een woord of een groep woorden wordt herhaald aan het begin van opeenvolgende zinnen.

Ik begon er dit blog mee. De eerste zinnen beginnen allemaal met ‘Ik hou van schrijven’.
Anaforen kunnen een tekst krachtiger en overtuigender maken. Een tikje theatraal, zelfs. Het geeft smaak en textuur aan je tekst.

Een goed voorbeeld van een beroemde anafoor is de I have a dream-speech van Martin Luther King Jr. Door deze zin steeds te herhalen, benadrukte hij zijn visie op een wereld van gelijkheid en vrede. Deze anafoor maakte zijn toespraak memorabel en inspirerend.

 

 

Het is de kracht van de herhaling

 

Als schrijver kun je anaforen gebruiken om de aandacht van je lezers te trekken en vast te houden. Ze kunnen je helpen om je punt duidelijker te maken en de lezer te overtuigen van de waarde van je woorden.

 

In welk deel van je tekst gebruik je een anafoor?

 

Je kan een anafoor overal gebruiken, zowel

  • in je inleiding om je lezer de tekst in te trekken,
  • in het middenstuk om wat speelsheid in je tekst te brengen, of om het punt te ‘markeren’ waar je je punt maakt, als
  • aan het einde, om de afsluiting wat pizazz mee te geven

In speeches, zeker die van staatslieden, worden veel stijlfiguren gebruikt, ook de anafoor.

“We shall fight on the beaches,
we shall fight on the landing grounds,
we shall fight in the fields and in the streets.”

Winston Churchill gebruikte deze anafoor in zijn toespraak tijdens de Tweede Wereldoorlog. De vastberadenheid ligt er dubbeldik bovenop.

“Ik kwam, ik zag, ik overwon.”
– Julius Caesar

“I will fight for you.
I will fight to represent you in the Senate.
I will fight for jobs.
I will fight for education.
I will fight for health care.”
– Hillary Clinton (2008)

 “Van alle vormen van onvrijheid is slavernij wel het meest kwetsend, het meest vernederend, het meest mensonterend.”

Koning Willem-Alexander (2023)

Maar zoals bij alle stijlfiguren, moet je het wel met mate gebruiken. Een teveel aan anaforen doet het effect teniet en kan afleiden van de inhoud van je tekst.

 

Gebruik een anafoor dan ook alleen in dat deel van je tekst waar je de nadruk op wilt leggen.

 

Waar je je lezer even bij de lurven wil grijpen.
Waar je wilt dat ze goed horen wat je zegt.

Ja, goed opgemerkt: ik flikte het weer, zelfs nog in de laatste slotakkoorden van dit blog. Anaforen kun je dus overal in je tekst toepassen. In de inleiding, in het middenstuk én als afsluiting. Ze zetten de toon en trekken je lezer door de tekst, probeer het maar eens.

Maar niet te vaak.
We love a bit of drama, but don’t overdo it.

Wat is de beste plek om je blog te plaatsen?

Wat is de beste plek om je blog te plaatsen?

Wat is de beste plek om je blog te plaatsen?

bloggen is leuk, maar waar publiceer je je blog?

In een heerlijke roes van inspiratie heb je een blog geschreven. Yes! En je hebt ook het lef om ‘m online te zetten. Maar waar plaats je je blog? Er zijn zoveel opties. Wordt het LinkedIn, Facebook of Instagram? Een blogplatform zoals WordPress.com of Blogger.com? Of toch op je eigen website?

 

Hoe kies je de beste plek om je blog te hosten?

 

Als je een zakelijk blog hebt geschreven, kun je ‘m als artikel of als post op LinkedIn plaatsen. Hoewel een social platform geweldige mogelijkheden bieden om je content te promoten en nieuwe lezers of volgers aan te trekken, zou het niet de enige plek moeten zijn waar je je blog plaatst.

Als inhoud en platform goed op elkaar aansluiten, landt je blog middenin je doelgroep. Top! Maar het nadeel van blogs posten op socials is dat ze snel weer uit beeld zijn. Ze kunnen gemakkelijk ondergesneeuwd raken tussen alle andere posts en updates in de feed van je volgers. Zo wordt het een pittige klus om opgemerkt te worden en je publiek op te bouwen.

Bovendien heb jij niks te zeggen over wie jouw post te lezen krijgt, dat bepaalt het algoritme. Dat laat jouw post eerst aan een kleine groep volgers zien. Als jouw blog niet snel likes en comments krijgt, wordt het niet verder gepromoot en blijft je bereik beperkt. Hoe leuk je blog ook is!

 

Geen likes? Geen comments? Blame it on the algorithm...

 

Content plaatsen op een social platform (en daar proberen een naam op te bouwen) is als een huis bouwen op het land van je buren: als zij er een hek omheen zetten, ben jij je content kwijt.

 

Op een blogplatform dan maar? Wat is Blogspot, bijvoorbeeld?

 

Met blogplatforms als WordPress of Blogspot (oftewel Blogger.com, het blogplatform van Google), kun je snel aan de slag met het publiceren van je content. Je maakt inloggegevens aan, creëert een pagina en plaatst je blog. Er zijn echter een paar nadelen aan zo’n platform, zeker als je je blog zakelijk wilt promoten, of een merk wilt opbouwen.

Je hebt op zo’n blogplatform weinig controle over de vormgeving en functies van je blog. Jouw blog ziet er hetzelfde uit als die van duizenden anderen. Daardoor val je niet snel op, en dat is slecht voor je ‘branding’. Bovendien ziet de url van je blog er niet heel professioneel uit en heb je wederom het ‘op andermans grond bouwen’-probleem.

 

Dan maar een blog op mijn eigen website plaatsen?

 

Ja, dat is toch het slimst. Door je blog op je eigen website te plaatsen, behoud je volledige controle over de vormgeving en de functies. Je kunt je blog aanpassen aan de look en feel van je merk en het is gewoon onderdeel van de rest van je website. Bovendien creëer je hiermee een centrale plek voor al je content, wat het gemakkelijker maakt om je blog te promoten en te delen. En dát doe je wel op social media.

 

Het is JOUW content, op JOUW website, onder JOUW url.

 

De voordelen van je blog op je eigen website plaatsen gaan verder dan alleen het hebben van meer controle en een betere merkbeleving. Het kan ook helpen om je SEO (Search Engine Optimization) te verbeteren. Als je je blog op je eigen website host, stuur je verkeer naar je website in plaats van naar een ander platform. Dit kan helpen om de autoriteit van je website te vergroten en je ranking in de zoekresultaten te verbeteren.

 

Een blog op je eigen website blijft dag na dag,
week na week, jaar na jaar, zijn werk voor je doen.

Een blog op social media zakt al snel weg in de tijdlijn.
Zonde van het werk!

 

Echt ingewikkeld is het opzetten van een blog op je website niet.
Online vind je genoeg tutorials die je door het proces heen loodsen. Of vraag het je webbouwer of een bevriende ondernemer die ook blogt op de eigen website.

 

Laat je een website bouwen?

 

Vraag je webbouwer dan om op de website meteen een blogfunctie te installeren. Al doe je nu nog niks met bloggen, ik weet zeker dat je er op enig moment wél gebruik van wilt maken. Want bloggen is de perfecte manier om op een eenvoudige manier content aan je website toe te voegen die ervoor zorgt dat jouw site steeds beter gevonden wordt!

Contentcuratie: wat is het en wat kun je ermee?

Contentcuratie: wat is het en wat kun je ermee?

Contentcuratie: wat is het en wat kun je ermee?

contentcuratie sharing is caring - Ronald de Bree Pixabay

En wat maakt jou tot een goede contentcurator?

Heb jij elke keer tijd en inspiratie om zelf content te bedenken en te maken? Een blog, een LinkedIn-post, een e-mailnieuwsbrief: de kennis en verhalen die je kunt delen vloeien niet altijd soepel uit je pen. Troost je, iedereen heeft weleens een contentcrisis.

Sterker nog: er zijn mensen die NOOIT weten waarover te schrijven. (Die moeten dan gewoon meedoen met Bloggen voor je Business, dan hebben ze meteen ideeën voor een half jaar, maar dat is een ander verhaal.)

 

Toch is er een manier om vaak in beeld te komen bij je potentiële klanten.

 

Elke dag, als je wilt. Moeiteloos.
Hoe?

Als content curator.
Zoals de curator van een museum de kunstwerken selecteert voor een tentoonstelling, zo kun jij als content curator content selecteren die jouw volgers interessant vinden.

Waarschijnlijk doe jij al regelmatig aan contentcuratie.
Als je iets repost op LinkedIn. Of een reel deelt in je stories op Insta.
Jij vindt iets interessant of grappig en deelt dat met je publiek.

Ja, zo simpel is het.
Ik zeg toch al steeds dat het leven vrij simpel is?

 

vrouw in bad, contentcuratie maakt het leven makkelijk

 

Waarom zou je de content van anderen delen?

 

  1. Met stip op 1: het gemak. Je hoeft zelf niet origineel te zijn en mensen vinden het fijn als jij bijvoorbeeld elke week de belangrijkste hoogtepunten uit hun branche samenvat. Iets goed kunnen samenvatten is ook een gave! 
  2. Je deelt de kennis van een ander, en toch word jij al snel als expert op jouw thema gezien. Hoe concreter het thema waarover jij content deelt, hoe meer jij ermee geassocieerd wordt. En omdat je zoveel leest over een bepaald onderwerp, word je daar ook een expert in. 
  3. Sterker nog, je zal waarschijnlijk een eigen visie op het onderwerp ontwikkelen. Zal je zien dat je uiteindelijk toch nog gaat bloggen over dat onderwerp. Of je wordt spreker, schrijft er een boek over of maakt een cursus. 

Hoe word je contentcurator?

Begin eenvoudig. Bepaal je onderwerp (kies iets dat jou écht interesseert want je gaat je er veel over lezen, bekijken en delen!) en maak die zo ‘niche’ mogelijk. Stel, je bent accountant en je werkt het liefst met ondernemers die binnen een jaar of vijf hun bedrijf willen verkopen. Dan geef je jouw blog of nieuwsbrief bijvoorbeeld deze introductie:

Jouw wekelijkse inspiratiebron met de nieuwste tips en tricks om binnen 5 jaar je bedrijf succesvol te verkopen

Word het een een- of tweewekelijkse nieuwsbrief met links naar goede artikelen? Een LinkedIn-post waarin je elke vrijdagochtend vertelt wat het beste artikel was van de afgelopen week en waarom? Kies een vorm die bij je past, op een platform waar je graag komt.

Abonneer jezelf op de e-mails van (internationale) experts, zet zoekopdrachten uit in Google, op Youtube en op relevante blog- en podcastpatforms en lees boeken en vakbladen. Kortom, hou jezelf up-to-date qua kennis en trends in jouw branche. Iets wat je sowieso moet doen om als ondernemer succesvol te zijn. Misschien doe je dat al – je vergeet alleen steeds de interessante content te delen.

 

 

Tom & Jerry sharing is caring content cureren

 

 

De vier wetten van succesvolle contentcuratie

 

  1. Ik benadruk het nogmaals: kies een concreet thema dat je zelf interessant vindt. Natuurlijk houd je rekening met je klanten en volgers, maar in de eerste plaats kies je iets wat JIJ leuk vindt. Als na drie maanden blijkt dat niemand zich abonneert op jouw nieuwsbrief of je posts krijgen zelden een reactie, dan mag je je achter je oren krabben en iets anders bedenken. 
  2. Kies een vorm. Wordt het een lijstje met leestips, maak je samenvattingen van het nieuws van de afgelopen week of maand, of geef je je eigen visie op nieuwe trends en ontwikkelingen in jouw branche? 
  3. Wees consistent in die vorm en in het moment waarop je jouw content publiceert. Post je elke ochtend een interessant artikel op LinkedIn, of mail je op zondagochtend een overzicht van de interessantste artikelen van de afgelopen week, of beide? Kies een frequentie die je goed vol kan houden want het succes schuilt in de herhaling! 
  4. Wees selectief en post alleen artikelen die je echt waardevol vindt. Jij bent voor je volgers of abonnees hun baken in de bagger. Hun tijdlijnen worden al overspoeld met zelfpromotie en slecht geschreven artikelen. Het is jouw taak het kaf van het koren te scheiden.

Mag dat wel? De content van anderen delen?

 

Natuurlijk! Hoe zou jij het vinden als iemand jouw blog deelt op LinkedIn, of ernaar verwijst in een blog? Geweldig toch?

Zolang jij de bron vermeldt, zal de desbetreffende content creator geen bezwaar hebben. Je wordt er misschien zelfs publiekelijk voor bedankt, wat jou weer meer volgers kan opleveren.

Is contentcuratie iets voor jou? Zo ja, wat wordt jouw thema? Let me know!

 

 

Op woensdagochtend 15 maart geef ik een gratis workshop over e-mailmarketing.
Daarin geef ik nog meer tips om je e-mailnieuwsbrief te vullen en interessant te maken voor een groeiend publiek. Dan hebben we het natuurlijk ook over contentcuratie en kun je al je vragen stellen. Meld je snel aan, dan ontvang je de Zoom-link.

Vlammend schrijven met een spuitgast op je schouder

Vlammend schrijven met een spuitgast op je schouder

Vlammend schrijven met een spuitgast op je schouder

vurig bloggen

Het begint met een klein vlammetje. Een sprankje inspiratie.
Je ziet het verhaal helemaal voor je, pakt je laptop en begint te typen.

Nee, niet goed. Je begint opnieuw. Nee, dit is ook niks. Die zin loopt niet.

Al oordelend zwoeg je verder.
Het is allemaal niet goed. Je kan het gewoon niet.
Dit slaat nergens op.
Hier zit niemand op te wachten.

Laat maar.

Het vuurtje is gedoofd. De laptop gaat weer dicht.

 

De hele dag gooien we emmers water op kleine vlammetjes.

 

Oordelen, heet dat blussen. Het dooft elke vorm van creativiteit.
Hoe actiever de blusser in jou, hoe eerder je het schrijven opgeeft. Jammer, want je had een prachtig inzicht, een geweldig idee of een goeie tip voor ons. Maar nog voordat het vuur oplaait staat er in a split second zo’n spuitgast naast je die zich met elk woord bemoeit. Plotseling zijn er twee hersenhelften tegelijk aan het werk, ben je aan het creëren én aan het oordelen.

 

Schrijven is een vuurtje durven maken.

 

Maar je kunt geen vuur maken als er constant iemand naast je staat met een bekertje water. En hoe leuk is dat voor jouw blusser? Vlammetjes doven met een bekertje water, dat is niet waar brandweerlieden als kind van droomden.

Durf de pyromaan in jou diens gang te laten gaan. Niemand krijgt wat jij schrijft nu al te lezen, dus wie kan zich branden aan jouw vlammen? Er gebeurt niks ergs als jij een paar pagina’s voltypt of -schrijft. Er is nog geen blog, geen verhaal, geen boek. Er is alleen een klein vlammetje dat kan uitgroeien tot een prachtig vuur.

 

Schrijf jezelf leeg en leg je tekst weg.

 

Ga als je klaar bent met het schrijven weg van je laptop. Het redigeren komt straks. Dit is een perfect moment om je honden uit te laten, planten water te geven of haren uit het doucheputje te trekken.

Klaar met alle klusjes? Frisse neus gehaald buiten?
Dan is het nu tijd om het vuur onder controle te krijgen.

Schrik niet van de smeulende puinhopen die je aantreft. Als je je tekst terugleest is het nooit zo mooi als hoe je het in je hoofd had. Er is nog wat werk aan de winkel. No worries, jouw brandweermens weet wat te doen. Die helpt je muren te stutten, structuur aan te brengen en de verhaallijn schoon en helder te krijgen. Nu mag je luisteren naar die spuitgast op je schouder, die kritisch met je meedenkt over woorden, zinnen en alinea’s. Samen maken jullie van dat kleine vlammetje, dat sprankje inspiratie, een mooi, vol vuur.

Veel plezier, lieve lezer. En vergeet de marshmallows niet.

Ik ben verliefd

Ik ben verliefd

Ik ben verliefd

tulpenboom Jacoba Mulder Amsterdamse Bos

Ik ben verliefd.
Op een boom.

Vijf jaar woonde ik in Amstelveen, vlakbij het Amsterdamse Bos. Bijna dagelijks maakte ik er lange wandelingen met mijn honden. Ik ken er de weg, ben vele van de 113 (!) bruggen overgegaan en heb er genoten van de seizoenswisselingen. Het bos voelt als thuis. Mijn opa en oma hebben er vast ook gewandeld, met mijn aan de Graaf Aelbrechtlaan geboren vader in de kinderwagen.

Ook nu ik in het prachtig groene Almere woon, pak ik nog regelmatig mijn kans om weer door het Amsterdamse Bos te dwalen. Ik coach hoofdzakelijk online, maar met elke coachee spreek ik minstens één keer buiten af. Om te wandelen en elkaar ook buiten de kaders van het scherm te leren kennen. Vanaf de parkeerplaats ‘bij de Hurley’ wandelen we dan het bos in.

Amsterdamse Bos tulpenboomDe route leidt altijd langs mijn Boom.

Een prachtige, majestueuze groene reus, vlakbij het Kleine Kinderbad. Ze staat als een soort oermoeder los van de bomenrij erachter, als een fiere leider die voor de troepen uitgaat. Ze is in het voorjaar de eerste die haar knoppen laat knallen, geeft in de herfst een kleurenshow waar Bob Ross steil van achterover zou slaan en blijft blad houden tot diep in december. Growing old gracefully. Ik word echt blij van deze boom, elke keer weer. Dat mag je liefde noemen, toch?

Woensdag liep ik met Eva (ik coach een naamgenoot!) langs de Boom. “Wat voor boom is het?” vroeg ze. Ik viel stil. Ik had werkelijk geen idee. Een beuk? Een eik? Waarom wist ik het niet? Ik loop elke krop sla te ‘obsen’ (plantjes en beestjes opzoeken met de ObsIdentify-app), maar wat voor soort mijn Boom is, wist ik niet?

het blad van de tulpenboom“Dat gaan we uitzoeken,” zei ik en met mijn telefoon in de aanslag liepen we naar de Boom. Op de grond genoeg gele, rode en bruine bladeren om de soort te definiëren, leek me. Maar ObsIdentify bracht geen uitkomst, die doet het niet best op bladeren. Google Lens herkende het blad wel. Boom is een liriodendron tulipifera, oftewel een tulpenboom. Een wat?

Zie je wel, ik wist wel dat mijn Boom bijzonder was!

Gefascineerd googelde ik thuis nog eens op ‘tulpenboom’, in combinatie met ‘Amsterdamse Bos’. Mijn hart jubelde, Boom heeft haar eigen webpagina! Op monumentaltrees.com staat een beschrijving van mijn Boom. Ze heet Jacoba en is waarschijnlijk in 1938 geplant ter ere van Jacoba Mulder, één van de architecten van het bos.

De Jacoba Mulder boom.
Het voelt plots als het hoogst haalbare: je naam mogen geven aan een bijzondere boom in het Amsterdamse Bos. Ik ga er in dit leven mijn best voor doen.

Morning Pages schrijven, waar ben ik aan begonnen?

Morning Pages schrijven, waar ben ik aan begonnen?

Morning Pages schrijven, waar ben ik aan begonnen?

wekker zetten en schrijven

Een gastblog van Ariëtte Mens (50)

 

30 dagen lang Morning Pages.
Ik ben helemaal geen schrijver. Weet wel dat schrijven helpt, raad het anderen altijd aan om te doen. Maar zelf schrijven?

Eva is heel stellig en zegt: “DOEN, Ariëtte. Dit gaat je helpen. Je krijgt 30 dagen lang een mailtje van mij.”
Echt waar? 30 dagen lang?

Op dag één begin ik alvast te schrijven en na afloop lees ik pas de mail van Eva. Jakkie, er staat dat ik drie bladzijden vol moet schrijven. Was juist zo blij met de twee die ik had geschreven. Dus pen weer opgepakt en ook de derde bladzijde volgeschreven.

 

En toen gebeurde er iets opmerkelijks.

 

Iets wat ik twee pagina’s lang zag als falen, als pijnlijk, als een soort open wond, bleek dat tijdens het schrijven van de derde pagina helemaal niet te zijn. Ineens zag ik wat er daadwerkelijk speelt:

ik voel mij altijd een beetje achtergesteld bij mijn ex als het om de kinderen en hun verkering gaat. Heb zowel van mijn dochter als van mijn zoon de nieuwe wederhelft nu, na twee maanden, nog steeds niet ontmoet. Ze nemen ze wel mee naar hun vader. Dat steekt me.

Maar op de derde pagina Morning Pages zie ik het, heel helder. Met al hun vragen en problemen komen ze bij mij en ineens besef ik wat de kinderen hiermee zeggen. Mama, wij vertrouwen jou. Jij zorgt voor ons. Helpt ons als we problemen hebben. Wij kunnen altijd bij jou terecht en op je rekenen.
En die vriendjes? Die zie ik vanzelf wel een keer.

 

Dit inzicht kreeg ik door te schrijven.

Op dit moment speelt er zoveel in mijn leven. Scheiding, borstkanker, mijn baan op de tocht…mijn bordje ligt zo onwijs vol. Maar door te schrijven ga ik alles anders zien. Juist door die derde bladzijde.

Het klinkt gek, maar door alles op te schrijven voel ik mij zoveel lichter. Terwijl ik in kilo’s nog nooit zo zwaar ben geweest. De emoties probeerde ik weg te eten, nu vertrouw ik mijn emoties toe aan het papier.

Het fijne van schrijven is dat het papier niet terugpraat, geen oordeel heeft. Je mag alles schrijven, ook de lelijke dingen. Niets is goed of fout. Schrijven geeft lucht. Biedt perspectief. En papier is dag en nacht voorradig/beschikbaar.

Ik zit pas op dag 8. Het schrijven is nu al routine geworden. Net als de mailtjes van Eva. Als ik wakker word lees ik eerst het mailtje over Morning Pages. Het is iedere dag even een kort verhaaltje waar ik blij van word. Dan ga ik schrijven. Het schept rust en orde in mijn hoofd.
Dank je wel EVA!

Liefs,
Ariëtte

P.S. Inmiddels heb ik kennis gemaakt met de vriend van mijn dochter. Zo leuk.

Wil jij ook gastbloggen voor Durf te schrijven? Stuur je blog naar , met een (rechtenvrije of zelfgemaakte) foto voor boven het blog, het liefst een foto waar je zelf op staat.

 

BLOGS

 

 

Wat is human design?

Wat is human design?

Ik snapte geen moer van mijn human design. Nu is het een bron van inspiratie en heb ik altijd iets om over te schrijven!

Lees meer

Waarom je niet geweldig hoeft te kunnen schrijven om een succesvolle blogger te worden

Waarom je niet geweldig hoeft te kunnen schrijven om een succesvolle blogger te worden

Waarom je niet geweldig hoeft te kunnen schrijven om een succesvolle blogger te worden

Ik heb een grenzeloze bewondering voor schrijvers die in één zin een personage neerzetten. Of een heel verhaal vertellen in zes woorden.

‘For sale, baby shoes, never worn.’

Het is de kunst van het weglaten. Less is more.

Veel zeggen in weinig woorden maakt een tekst krachtig. Het leest ook makkelijker als een verhaal schijnbaar moeiteloos is opgetekend.
Geloof me: daar zit veel werk in.

Die verhalen vloeien niet kort en krachtig uit een pen, ze worden kort en krachtig gemaakt. Daarin schuilt het grootste verschil tussen jou en professionele schrijvers: zij besteden meer tijd aan het redigeren van hun tekst dan jij. Jij denkt dat een goede schrijver iemand is die in één keer een geweldige tekst uit z’n mouw schudt.

Floep, en klaar.
Maar daar begint het pas.

 

‘Deze brief is nogal lang uitgevallen omdat ik geen tijd had hem korter te maken.’
– Blaise Pascal

 

Na ‘floep’ begint het werkelijke creëren, het vormgeven. ‘Floep’ is een grote brok steen van verzamelde gedachten. Je moet hakken en breken, schaven en slijpen, als een beeldhouwer. Als schrijver heb je één voordeel: als je iets te veel weghaalt, kun je het terugplakken. CTRL+Z. Dat is Rodin nooit gelukt.

Het schrijven is het makkelijkste stuk. Helemaal als je een onderwerp kiest waar je veel van afweet. Dan schrijft zo’n blog zich vanzelf. Daarna komt het: de teleurstelling.

 

‘The first draft of anything is shit.’ ― Ernest Hemingway

 

Je enthousiasme zal flink temperen als je het resultaat van je gepassioneerde getyp terugleest. ‘Zo zat het niet in mijn hoofd,’ zeg je dan. ‘Deze tekst is saai. Zie je wel, ik kan niet schrijven.’

Ho, ho.
Je kunt heus schrijven.
Je weet alleen niet hoe je moet redigeren.

Redigeren (het werkwoord van redactie) is meer dan de foutjes uit je tekst halen. Om je verhaal logisch, spannend en leesbaar te maken, moet je woorden en zinnen verbouwen, verplaatsen of zelfs helemaal schrappen.

Ik snij vaak hele alinea’s uit mijn blogs. Niet omdat ze niet goed zijn, maar omdat ze niets toevoegen aan het artikel. Ze vertragen het verhaal, of sturen de lezer de verkeerde kant op. Soms gebruik ik deze alinea’s in een ander blog, vaker verdwijnen ze volledig.
Kill your darlings, my dear.

 

‘I spent all morning putting in a comma and all afternoon taking it out.’ – Oscar Wilde

 

Schrappen. Verplaatsen. Herschrijven. Synoniemen zoeken. Punten, komma’s. In dit proces gaat veel meer tijd zitten dan in het uitschrijven van de grote lijn, de ruwe tekst.

In de afbeelding hieronder geef ik een indicatie van de tijd die in de voorbereiding, het schrijven en het redigeren van een blog zit. Zonder enige wetenschappelijke onderbouwing – ik verzin het ter plekke, op basis van bijna 25 jaar ervaring met bloggen en (al dan niet professionele) bloggers en tekstschrijvers.

 


Broeden: het idee laten borrelen, je invalshoek kiezen en nadenken over de boodschap, de vorm en eventuele voorbeelden die je wilt gebruiken
Schrijven: het daadwerkelijke ‘leeglopen’
Redigeren: een logische lijn aanbrengen in je verhaal, leesbaarheid/SEO verbeteren, typ- en taalfouten eruit halen, boodschap duidelijker maken etc.

 

Waarom besteedt een professionele blogger verhoudingsgewijs zo weinig tijd aan het schrijven van een blog?

 

Dat prof-bloggers meer tijd kwijt zijn aan redigeren dan aan het schrijven van hun blog, heeft drie redenen.

 

1. Ze hebben het blog door het voorwerk, het broeden, in hun hoofd al geschreven

De boodschap, de invalshoek, de rode draad: alles is al bedacht. Je kent dat verschijnsel vast wel: je hebt een probleem waarvan je niet goed weet wat je ermee moet, slaapt er een nachtje over en als je wakker wordt, weet je wat de oplossing is. Dat broeden lijkt op niksnutterige procrastinatie, maar het hoort gewoon bij het creatieve proces.

 

2. Ze schrijven over iets waar ze veel vanaf weten

Als blogger moet je vertrouwen op je kennis – waar die tekort schiet, bluf je jezelf eruit met je enthousiasme. Blijf dichtbij jezelf en bij wat je weet, dat schrijft een stuk sneller en makkelijker.

 

3. Ze weten dat de echte winst te behalen valt met het goed redigeren van het stuk

Je kunt blijven schrijven aan je blog, maar uiteindelijk gaat het erom dat je een punt maakt. Dat je een kraakheldere boodschap hebt die mensen in beweging zet. Als jij in 400 woorden geen punt kunt maken, waarom zou je dat in 1200 woorden wel lukken?

Geef jezelf hooguit 30 minuten om een eerste versie te schrijven. Het bijschaven en opleuken met feiten en voorbeelden bewaar je voor de redactiefase.

 

Als je geen schrijftalent hebt, moet je gewoon goed worden in Jenga

Schrijven vraagt om lef, een artikel geschikt maken voor publicatie om redactievaardigheden. Je blog wordt écht beter als je het redigeren ziet als een potje Jenga: haal een blokje weg (een woord, een zin of een alinea) en kijk of die toren van je blijft staan. Weg met alle overbodige ballast. Less is more, weet je nog? Speel het spel, krijg er lol in. Hoe vaker je het speelt, hoe beter je erin wordt. 

 

Eerste keren zijn bijzonder

Eerste keren zijn bijzonder

Eerste keren zijn bijzonder

Eerste keren zijn bijzonder.

De eerste keer in het badje.
De eerste geprakte banaan.
De eerste stapjes.

Ik fiets graag met mijn dochter. Ze zit pal voor me, in het zitje aan mijn stuur. We delen het uitzicht, fietsend langs de huizen, de tuinen en door het bos.
‘Kijk India, ganzen.’
‘Oi!’
‘Zie je dat hondje?’
‘Oi!’
‘Wat doet het hondje?’
‘Waf.’
Ik ruik aan haar haar en geef haar een zoen op haar hoofd. Ze zwaait naar iedereen die we tegenkomen. Als de zon en de wind lang genoeg haar huid hebben gestreeld, valt ze in slaap op de slaaprol.

‘Dag India!’
India zwaait uitbundig terug naar de vrouw met de bruine lammy. Ook het jongetje in het voorzitje zwaait en kraait naar India.
‘Wie is dat?’ vraag ik.
‘Dat is Milan, van de groep,’ antwoordt mijn inmiddels driejarige. Voor het eerst kent zij mensen die ik niet ken. Er zijn mensen die weten hoe zij heet en ik ken ze niet.

‘Zit je goed?’
‘Ja, mama.’
‘Goed je benen wijd houden, hè. Zet je voeten maar op die plankjes.’
‘Jaahaa.’
Ze is te groot voor het voorzitje. Voor haar voelt het als een upgrade naar businessclass, de eerste keer achterop.
‘Voorop zitten is voor baby’s, hè, mam?’
Ik mis haar geur, haar haren in mijn gezicht. Ze wordt zo groot, zo snel.

Dan voel ik twee armpjes om mijn middel en haar hoofd tegen mijn rug.

Eerste keren zijn bijzonder.

Wat is je punt?

Wat is je punt?

Wat is je punt?

Waarom nuanceren leidt tot gezwabber

 

Zwabberende blogs. Ik zie ze regelmatig voorbijkomen. Van die artikelen zonder duidelijk standpunt. Ja, maar… Nee, tenzij… Met elke mits en maar maak je je blog minder sterk.

Een voorbeeld van een zwabberend blog? Nou, zoiets:

“De klant is koning. Natuurlijk hoef je niet alles te doen wat de klant wil, maar je wil wel dat hij tevreden is. Dus doe je wat hij verwacht, ook al is dat meestal niet wat hij nodig heeft. Maar zonder klant heb je geen bedrijf en kun je geen geld verdienen dus zet je je klant centraal. Maar hij hoeft dus niet altijd koning te zijn.”

Dat is zwabberen. WAT IS JE PUNT? Is die klant nou koning of niet?

 

Maar in het leven is toch niks zwart-wit?

 

Klopt. Op elke regel is een uitzondering te bedenken. Tenzij je Johan Derksen heet en mensen van je verwachten dat je, heerlijk voorspelbaar, zwart-wit reageert.

Ik ben een typische weegschaal, ik weeg graag alle voors en tegens en mitsen en maren af. Ik ken als geen ander dat grote, grijze gebied rond elke keiharde stelling.

Ik kan weinig niks met de definitieve toon van woorden als nooit en altijd. Toch probeer ik op papier wat stelliger te klinken dan ik ben. Omdat lezers het fijn vinden als iets duidelijk is – het is lastig onderscheid maken tussen soms en regelmatig, of tussen erg en heel erg.

 

‘Maar’ is een gevaarlijk woord voor een blogger

 

Je kunt met ‘maar’ een krachtige stelling compleet onderuithalen. ‘Tenzij’, ‘mits’, ‘aan de andere kant’: het zijn signalen dat je van je pad afraakt. Soms is het prima even een zijpad te nemen – maar als je te lang op dat ventweggetje blijft, gaat je blog zwabberen. Je zwakt er je stelling mee af.

Bloggers doen dat vaak, hun standpunt nuanceren. Als ze hun mening zwart-op-wit op het scherm zien staan, schrikken ze van de stelligheid. Oei, dat klinkt wel heel hard.

Laat nou juist die stelligheid, die overtuiging waarmee je iets zegt, een boost geven aan je geloofwaardigheid en autoriteit.

Leiderschapscoach Nicole Offenberg, iemand die altijd goed kan nuanceren, schreef in mei 2019 een blog met de stelling ‘coachen is een vak’.

“Iets hebben meegemaakt maakt je tot een ervaringsdeskundige. Meer niet. Dat je weet hoe je een brood moet bakken, maakt je nog geen bakker. (…) Coach is een woord dat ik heel lang niet hardop durfde uit te spreken vanwege al die ongediplomeerde, onervaren, quick-win, stappenplan coaches die zichzelf loslaten op vragen van klanten.”

Haar blog raakte bij velen een gevoelige snaar: het artikel ging viral, werd talloze malen gedeeld en er werd veel op gereageerd. Door mensen die het wat ongenuanceerd vonden, maar vooral door collega-coaches die het ook zat zijn dat de halve wereld zomaar als coach aan de slag gaat.

Dat is de kracht van een stellig standpunt: jij schrijft op wat anderen alleen maar denken. Hoe dichter je bij die letterlijke gedachte zit, in al z’n ongenuanceerdheid, hoe sterker mensen zichzelf herkennen in jouw standpunt. Gedachten zijn namelijk helemaal niet genuanceerd. De nuance is een ‘sociaal filter’ dat we aanbrengen om aardig gevonden te worden, of omdat we vinden dat het zo hoort.

 

Als je iets wilt bereiken met je blog, kun je beter de nuance afzwakken dan de stelling

 

Je hoeft niet iedereen te pleasen. Jouw blogs zijn niet voor iedereen. Je mag best een beetje chargeren, een beetje uitdagen. Als je alles kapot nuanceert, krijg je mensen nooit in beweging. Dan wieg je ze in slaap. Dan vergeten ze je weer.

 

Welk ongenuanceerd punt wil je maken? Doe de Johan Derksen-test

 

Vraag jezelf bij het schrijven af: hoe zou een botte hork als Johan Derksen het zeggen?

Als je de Johan Derksen-test niet zo interessant vindt ronduit prut vindt, kun je proberen je standpunt prikkelender te maken door één van deze zinnen af te maken:

  • Ik vind dat…
  • Ik ben het helemaal zat dat…
  • De wereld zou echt beter zijn als…

Wat is het sterkste argument waarmee je je stelling onderbouwt?

Nu heb je de fundering van je artikel. Daar mag je niet aan wrikken, anders stort de boel in.

Als je een artikel schrijft met als titel ‘De klant is geen koning’ dan is dat waar je blog over gaat, punt. En dat is dat de enige conclusie die je kan trekken na het lezen ervan. Mensen hoeven het er niet mee eens te zijn, maar ze moeten wel je redenering kunnen volgen.

 

Voel je de drang om te nuanceren?

 

Onderzoek dan eerst of dat die nuancering je blog sterker maakt of juist afzwakt. Misschien kun je over die nuance een apart blog schrijven?

De nuance is van ondergeschikt belang – die kun je eventueel nog aanbrengen in een gesprek met iemand die reageert. Want dat is wat er gebeurt met een blog waarin je een duidelijk standpunt verdedigt: er komen reacties. Mooi! Interactie! Zichtbaarheid! Dit zal menig BN’er die ooit in de Privé stond beamen: het maakt niet uit hoe ze over je praten, ALS ze maar over je praten.

En was het je daar niet om te doen met dat bloggen? 

Waarover zou jij een ‘bold blog’ willen schrijven?

Schrijf een blog waarvan jij denkt: ‘Oei, het is precies zoals ik erover denk, maar ik weet niet of ik ‘m durf te publiceren’ en stuur ‘m naar mij, .

Strikt vertrouwelijk nemen we hem samen door. Durf je dat?

Waarom je saaie herinneringen toch moet opschrijven

Waarom je saaie herinneringen toch moet opschrijven

Waarom je saaie herinneringen toch moet opschrijven

‘U spreekt met Smitt.’
‘Dag opi, u spreekt ook met Smitt.’
‘Hé, dag Eva.’ Zijn stem klinkt zachter, warmer.
‘Wat ben je aan het doen?’
‘Ik was net een broodje aan het roosteren voor oma. Moet jij niet naar school?’
‘Ik was op school maar nu ben ik vrij. Op woensdagmiddag ben ik toch altijd vrij. Ik wou vragen of ik koekjes mag komen bakken met oma.’
‘Ik zal het even vragen.’ Ik hoor hem de hoorn van zich afhouden. ‘Evie! Kan Eva straks koekjes komen bakken?’
Op de achtergrond klinkt oma. ‘Wie is dat?’
‘Eva.’
‘Wie?’
‘EVA!’
Geruis. Dan klinkt de doorrookte stem van oma: ‘Dag Eva.’
‘Dag oma.’
‘Wou je langskomen? Moet je niet naar school?’
‘Ik ben vrij, oma. Woensdagmiddag. Dus wil ik graag koekjes met je bakken.’
‘Oh, dat is leuk. Volgens mij hebben we niets. Willem, hebben wij iets vanmiddag?’

 

Het verhaal houdt hier op.

 

Spannender wordt het namelijk niet.

Er is geen clue, geen spanningsboog, geen plot. Er komt niets meer wat dit verhaal interessant kan maken voor een lezer. Het is namelijk gewoon de saaie waarheid – zo verliepen de telefoongesprekken met mijn opa en oma. Opa nam op en oma griste ergens halverwege het gesprek de telefoon uit zijn handen.

 

Waarom schrijf ik het dan op?

 

Omdat ik dan de stem van mijn opa weer hoor. Hij is al 20 jaar dood, maar ik weet nog precies hoe hij klonk. Zijn stem vergeet ik nooit. Die van mijn oma ook niet, trouwens.

Mien Bakgraag aan de telefoonDoor herinneringen als deze op te schrijven beleef ik de scènes opnieuw. Ik hoor hun stem, zie de woonkamer, met de crèmekleurige, wollen vloerbedekking. De koperen plantenbak met vetplanten. De draaistoel van opa, de glaskunstverzameling van oma. De grijze PTT-telefoon met draaischijf en kronkelsnoer bij het raam, ingeklemd tussen de radiator en de lichtbruine leren bank.

De veertig jaar tussen dit beeld en vandaag zijn verdampt. Ik bén bij mijn grootouders, ik hoor ze, ik zie ze.

Schrijven brengt ze terug, al is het voor even.

 

 Soms is dat het enige wat ik wil. Gewoon weer even dat zorgeloze zevenjarige meisje zijn, in Uitgeest. Koekjes bakken met oma. Op de stang bij opa, fietsend naar de Spar voor een rolletje Mentos. Memory spelen aan de ronde eettafel met het witte formicablad. Slakjes vangen in de tuinvijver. 

Herinneringen. Door erover te schrijven beleef je ze opnieuw. Voor een ander zijn het saaie verhaaltjes, voor jou zijn het bijzondere momenten die je een warm gevoel geven.

 

Niet alles wat je schrijft hoeft gelezen te worden door een ander.

 

Sterker nog, je kunt beter altijd eerst voor jezelf schrijven en daarna pas besluiten of je het verhaal deelt met de wereld. Schrijven met een kritisch zeikwijf op je schouder dat de hele tijd zegt: ‘dit vinden mensen niet interessant’, ‘dit is niet goed genoeg’ of ‘dit gaat nergens over’ zorgt ervoor dat je alle plezier in schrijven verliest en niet meer zult ervaren hoe troostend en bevrijdend schrijven kan zijn.

 

Vanochtend dacht ik aan mijn opa en hoe hij altijd de telefoon opnam. ‘U spreekt met Smitt’ zei hij dan. Als kind vond ik dat gek, want ik heette ook Smitt. Als iedereen in de familie zo de telefoon opnam, wist je toch nog niet wie je aan de lijn had?

‘U spreekt met Smitt.’ Ik schreef het zinnetje op en het telefoongesprek ontvouwde zich op papier. Daar waar het verhaal hierboven stopt, is ook waar mijn behoefte om erover te schrijven ophield. Ik had mijn grootouders weer even gehoord, gevoeld zelfs. Het was goed zo. 

Dag lieve opa en oma.

Meestal schrijf ik dit soort herinneringen op in mijn Morning Pages-schrijfboek, alleen voor mezelf. Waarom ik er dan nu toch een blog van maak? Weet ik veel. Waarschijnlijk omdat ik hoop jou ermee te inspireren. Je te helpen om de waarde van je eigen herinneringen in te zien. Of je ze nu deelt met de wereld of lekker voor jezelf houdt. 

Welke herinnering zou jij nog wel eens willen herbeleven?

Schrijf je ze wel eens op? Ik hoor het graag van je hieronder in de comments.

De herinnering zelf mag je ook delen. Of niet, dat bepaal je lekker zelf.