Hoe je je innerlijke criticus het zwijgen oplegt
We kennen het allemaal: dat kritische stemmetje in ons hoofd dat ons vertelt dat we niet goed genoeg zijn. Dat we het niet goed doen, dat we er nog niet klaar voor zijn, dat een ander het beter kan.
Het is de stem die ons ervan weerhoudt om nieuwe dingen te proberen, die ons doet twijfelen aan onze capaciteiten en die ons ontmoedigt om door te zetten als iets niet meteen lukt. Deze innerlijke criticus kan behoorlijk vervelend zijn, en sneaky as hell. Want vaak hebben we niet eens door dat het die zeikerd weer is die de boel opnieuw probeert te saboteren. Die censor vermomt zich namelijk vaak als ‘de waarheid’ of ‘een feit’.
Ik moet eerst nóg een opleiding doen.
Ik heb geen discipline, dus dit ga ik niet volhouden.
Daar ben ik te oud voor.
Alles wat je gelooft, is waar.
Dus als je de beperkingen die je jezelf oplegt wilt wegnemen, zul je eerst moeten accepteren dat niet alles (misschien wel helemaal niks) wat je denkt, waar is.
Moet je je natuurlijk wel bewust zijn van wat je allemaal denkt. Want dat is misschien nog wel het vervelendst van alles: we hebben vaak niet eens door wat we denken. Als je je eigen toxische overtuigingen nog niet hebt kunnen betrappen, raad ik je aan een tijdje ’s ochtends je hoofd leeg te schrijven. Dan kom je ze op enig moment wel tegen, omdat je door te schrijven (met een pen) je gedachten vertraagt. Geloof me, je komt een hoop onzin tegen.
Het begint dus met het (h)erkennen van het stemmetje.
Als je weet wanneer je innerlijke criticus aan het woord is, kun je erop reageren en jezelf ervan weerhouden die woorden te geloven. Word niet boos op het stemmetje – vergeet niet dat het er is om jou te beschermen. Het doet z’n best! De angst die erachter zit wil je behoeden voor gevaar, en je brein ziet nu eenmaal in elke verandering gevaar.
Maak kennis met jouw innerlijke criticus. Luister naar wat hij of zij te zeggen heeft en maak kennis met deze stem. Geef hem of haar een naam en bedenk hoe hij of zij eruit zou zien. Op deze manier maak je de criticus concreet en kun je er beter mee omgaan. Oh, daar heb je Miep weer met haar gezeur.
Duw haar niet weg, want dan komt ze gewoon in een andere vorm weer terug. Luister even naar haar; wat zegt ze precies, en is dat waar?
Wat ook helpt is om jouw innerlijke criticus een gek stemmetje te geven. Als Miep een rare piepstem krijgt, kun je haar ook niet meer zo serieus nemen, toch? Je weet wat ze wil.
Maar wat wil JIJ?
Wat is je idee? Wat is je plan?
Wat is je doel en hoe kun je dat bereiken?
Verleg de focus van de criticus naar jezelf. En vergelijk jezelf niet met anderen. Vaak is de innerlijke criticus extra actief als we onszelf vergelijken met anderen en denken dat we niet goed genoeg zijn.
Laat
het
los
en richt je op je eigen proces. Iedereen heeft zijn eigen weg te bewandelen en het is belangrijk om jezelf daarin niet te beperken door de mening van anderen, of die van je innerlijke criticus.
Oefen op de te nemen stappen om die zelfsabotage te saboteren:
1. Erken dat je bullshit-gedachten hebt je worden ingegeven door je innerlijke criticus
2. Onderzoek die gedachten (schrijvend): zijn ze waar? Ook al denk je van wel, hoe zou je leven eruitzien als ze niet waar zijn?
3. Geef je innerlijke criticus een naam en een gek stemmetje
4. Luister even naar hem of haar, bedank voor het ‘advies’ en laat het los
5. Focus even bewust op wat JIJ wil
6. Doe waar je zin in hebt, doe dat wat je dichter bij je doel brengt
Dit is niet iets dat je binnen een week onder de knie hebt. Sterker nog: je blijft er waarschijnlijk je hele leven aan werken. Ik oefen al meer dan 15 jaar op het herkennen van (en lachen om) mijn Miep en nog steeds betrap ik die sneaky bitch regelmatig op een nieuwe vermomming. Gelukkig wordt het wel steeds makkelijker.
Soms duurt het even voordat je doorhebt waar de belemmering zit. Daarom is het zo goed om zo maar wat gedachten op te schrijven. Schrijf maar eens over een probleem en lees de volgende dag terug wat je geschreven hebt.
Let op de woorden die je gebruikt, de logica en beredenering. ‘Maar’ is een geweldig signaalwoord – daarachter volgt negen van de tien keer een beperkende overtuiging. Een Miep die zich vermomt als feit. Aan jou de taak, Sherlock Holmes, om haar te ontmaskeren. Wie zou je zijn zonder die gedachte? Succes!