Miracle Morning januari
MM Maand 3: vakantie en ziek
Maandag 9 januari: de eerste Miracle Morning van het nieuwe jaar
Ik heb het er flink van genomen tijdens onze vakantie in Suriname. Geen wekker gezet, geNetflixt tot ik scheel zag, 63 pina colada’s gedronken en alles wat me aan voedsel werd voorgeschoteld, heb ik keurig opgegeten. Suriname was heerlijk, de bami kip ook. Er zit drie kilo extra op mijn dijen om ervoor te zorgen dat deze vakantie me nog wel even zal heugen.
Ik vond het fijn om even niet met werk bezig te zijn. Ik vond het ook fijn te merken dat ik na anderhalve week luieren weer zin kreeg in mijn Miracle Mornings en alle zakelijke activiteiten. 2017 is begonnen en I am ready to rumble!
Het enige Miracle Morning-ingrediënt dat ik ook in mijn vakantie met plezier tot me nam was LEZEN. Ik heb eerst een VT’tje gelezen (een VakantieThriller, ofwel ZL (ZwembadLiteratuur)), Lisa Jackson’s Slaap zacht. Ik lees weinig van dit soort boeken omdat ik de ontknoping meestal al vanaf pagina 23 zie aankomen, maar dit plot was verrassend goed.
De rest van de vakantie heb ik me vermaakt met De Glasblazer van Marina Fiorato. Qua stijl hier en daar wat hoogdravend, maar het verhaal is mooi en zit goed in elkaar.
Vandaag ben ik begonnen in The Dip, van Seth Godin, over the extraordinary benefits of knowing when to quit (and when to stick). Een dun boekje. Kennelijk kleven er niet veel voordelen aan opgeven. Morgen heb ik het uit, dan kan ik je er meer over vertellen. Tenzij ik, op advies van Godin, het bloggen opgeef.
“Never quit something with great long-term potential just because you can’t deal with the stress of the moment.”
– Seth Godin
Dinsdag 10 januari
The Dip heb ik uit. Er staat niets in wat ik niet al wist, maar fijn om weer bevestigd te krijgen dat mijn keuze om het roer om te gooien de juiste was.
Ik runde sinds 1998 een succesvol communicatiebureau. Tien goede jaren gehad. In 2008 kwam de sleur erin en wilde ik iets anders gaan doen. Groter, beter. Anders. Ik ging nu écht ondernemen: het tekstschrijven liet ik over aan mijn medewerkers en freelancers. Ik investeerde al mijn spaarcentjes in het Grote Idee. Nam personeel aan. Huurde een mooi pand voor vijf jaar. We zaten op goud, vonden wij én iedereen om ons heen. Net toen de eerste klanten (een grote bank en een grote verzekeraar) hun contracten zouden tekenen, hakte de crisis erin. Boem. Weg opdrachten. Weg momentum.
Daar was ik wel even ziek van, maar ik heb het overleefd, hoor. Je wordt inventief als je spaarpotje verdampt en je door gebrek aan opdrachten op bijstandsniveau moet leven. Bovendien, iedereen had het zwaar. En juist in zware tijden hebben bedrijven een goede tekstschrijver nodig om zichzelf zichtbaar te maken. De borstklopperijteksten op de dure, nietszeggende websites uit de Gouden Tijden moest plaatsmaken voor eerlijke, sobere teksten. De klant was weer koning.
Ik rechtte mijn rug, likte mijn wonden en schreef mezelf uit de schulden. Alles is tijdelijk, ook geldgebrek. Vorig jaar waagde ik opnieuw de stap, weg van het tekstschrijven. Ik wil het niet meer. Elke keer als iemand me vraagt of ik teksten wil schrijven voor een website krijg ik het gevoel alsof ik op m’n 45e wordt gevraagd vakken te komen vullen bij Albert Heijn. Kennelijk heb ik iets anders te doen met mijn leven. Wat dat precies is, weet ik nog steeds niet. Dat komt wel.
Ik weet in ieder geval dat ik anderen kan helpen met mijn kennis en kunde. Ik kan ze leren schrijven of bloggen én ik kan ze laten zien hoe ze creatieve schrijftechnieken kunnen gebruiken om antwoorden te vinden op alle vragen en rust te ervaren, zakelijk én privé.
Met de overtuiging dat schrijven je echt helpt in je persoonlijke ontwikkeling begon ik in 2015 te bouwen aan Durf te schrijven. Dat waren de schrijftrainingen die ik gaf: het leukste onderdeel van mijn hele bedrijf. Al had ik al mijn kennis en ervaring om op te vertrouwen, toch had ik het gevoel alsof ik helemaal opnieuw begon. Alsof mijn twintig jaar ervaring als zelfstandig ondernemer er niet toe deed. Was dat eng? Nee, vreemd genoeg niet. Ik vond het heerlijk om met een schone lei te beginnen. Ik wilde mezelf opnieuw uitvinden. Het voelde als verhuizen, naar een nieuwe plek. Een nieuwe start maken. Wat neem je mee, wat laat je achter?
‘Toevallig’ verhuisde ik vorig jaar ook echt. Van Beverwijk naar Amstelveen. Alles viel op zijn plek. Confronterend was het wel. Ik deed bepaalde dingen al twintig jaar op dezelfde manier. Mijn manier. Al die maniertjes moest ik heroverwegen: hielpen ze me in mijn nieuwe carrière als schrijver/inspirator/coach of remden ze me af? Wat bleef ik zelf doen en wat ging ik uitbesteden?
Daar vecht ik eigenlijk nog elke dag tegen, tegen mijn eigen gewoonten en overtuigingen. Toen ik als 26-jarige mijn eigen bureau startte, deed ik alles op gevoel. Ik klooide maar wat aan, probeerde van alles. Nu ben ik 45 en kom ik erachter dat jezelf opnieuw uitvinden best ingewikkeld is. Het is geen eenmalige actie. Je loopt niet even de supermarkt in waar je een paar blikken Handige Eigenschappen van de plank trekt, en een Frisse Start in het koelvak vindt.
Jezelf opnieuw uitvinden is een proces, een oneindig proces. Je bent nooit klaar. Het is net als spieren kweken in de sportschool – als je tien dagen niet gaat, ben je tien weken bezig om weer op je oude niveau te komen. Ik heb besloten van mezelf opnieuw uitvinden een gewoonte te maken. De wereld verandert, elke dag. Waarom ik dan niet?
“Jezelf opnieuw uitvinden is geen eenmalige actie, het is een oneindig proces. Maak er een gewoonte van. Beweeg mee met tijd en ruimte.”
– Eva Smitt
Ik zit op de goede weg. Alle seinen staan op groen. Durf te schrijven klopt, dat weet ik, dat zie ik. Ik heb het roer omgegooid en coach nu mensen met een schrijfwens. Ik heb weer plezier in het schrijven, schrijf soms zelfs weer voor klanten die nieuwe webteksten willen.
Schrijven is de rode draad door mijn leven.
Het heeft me al zo vaak gered.
Schrijven heelt, het verlicht.
Het leert me naar mezelf te luisteren, en naar de wereld om me heen.
Schrijven geeft inzicht en helpt me structuur aan te brengen in de chaos in mijn hoofd en in mijn leven.
Schrijven helpt me mijn doelen duidelijk te krijgen én te bereiken.
Ik wil dat zo veel mogelijk mensen dat ook gaan ervaren.
Durf te schrijven. Schrijf je vrij. Het hoeft niet meteen een boek te zijn, of een blog. Schrijf in een dagboek, gewoon voor jezelf.
Vrijdag 13 januari
Vrijdag de dertiende.
Een dag waarop er heus niet meer misgaat dan op een vrijdag de veertiende, maar omdat we er zo op letten, worden we bevestigd in ons bijgeloof.
Ik ben mijn sleutels kwijt. Zie je wel.
Hond met modderpoten springt op tegen mijn net gewassen spijkerbroek. Zie je wel.
Ik schud enthousiast een pak melk voor mijn cappuccino. Het dopje is niet goed dichtgedraaid. Zie je wel.
Luna steekt zo maar de straat over en ligt bijna onder een auto.* Zie je wel.
Vrijdag de dertiende. Ach. Just another Friday.
Maandag 16 januari
De Miracle Mornings vallen me zwaar. Alles valt me trouwens zwaar.
De kou, het gebrek aan daglicht, de dag, de avond, de nacht, het leven. De energie die de Surinaamse zon me had gegeven is gesmolten als Hollandse sneeuw. Ik had het kunnen weten. Decembers vallen me vaak zwaar, maar januari’s zijn de echte sluipmoordenaars. Ik vind ze zo verschrikkelijk, dat ik ze zo snel mogelijk weer vergeet. Pas in januari herinner ik me weer wat een hekel ik heb aan januari.
Mijn Miracle Morning-wekker verzet ik van 5.30 naar 6.30. Bekijk het maar. Op 1 februari kom ik uit mijn winterslaap. Ik laaf me aan rode wijn, macadamia’s en stroopkoeken. Zonder enig schuldgevoel, want de deadline is 1 februari. Januari is mijn spijbelmaand.
Straks ga ik cold turkey terug van Hamka’s naar gewokte venkel. Van Milka naar bietensap. Alcohol alleen in het weekend. Drie keer per week sporten. Mijn goede voornemens bewaar ik altijd tot 1 februari, als alle losers met mislukte goede nieuwjaarsvoornemens alweer thuis op de bank zitten. Op 1 februari heb ik de sportschool lekker voor mezelf. Dan kan ik keihard aan de bak om weer vorm te krijgen in lichaam en geest.
De knop rigoureus om: ik kan dat. Als het resultaat een groot verschil belooft met het nu, ga ik de uitdaging met genoegen aan. Het is als schoonmaken. Ik ga pas aan de slag als het écht moet. Als ik eer ga hebben van mijn werk. Als ik ‘wauw!’ roep na twee uur poetsen, boenen, schrobben en lappen.
Wat ik nu wel braaf doe, omdat het zo goed past bij mijn lethargische januarihouding, is lezen. Elke week een boek. Vandaag ben ik eindelijk begonnen in het heerlijke Writing down the bones van Natalie Goldberg. Must-read schrijfbijbel. Het boek stamt uit 1986: een ander tijdperk. Internet? Mobiele telefoon? Laptop? In 1986 schreef je met een pen op papier en typte je je werk later uit op een typemachine.
Writing down the bones is dus enigszins gedateerd, maar dat is een van de charmes van dit boek. Terug naar die ‘slow-cooking’ jaren tachtig. Het doet niets af aan de kracht van de boodschap van het boek. Schrijven vanuit je hart, vechten tegen je eigen demonen: het is iets van alle tijden, van alle generaties.
Vrijdag 20 januari
Ziek. Ik hoest mijn longen uit mijn lijf. Ik snotter, ik snuit, ik heb koorts en ik kraak. Januari heeft gewonnen. Voor nu.
Maandag 23 januari
Gisteren dacht ik dat ik de koorts wel weer onder controle had, voelde me minder ziek. Naar DeLaMar geweest. Venus, met Georgina Verbaan en Jeroen Spitzenberger. Geweldig acteerwerk.
Vandaag ben ik keihard teruggefloten door januari.
“Eva?”
“Ja, Januari?”
“Had ik jou niet een paar graadjes koorts, wat hoofdpijn en beurse longen gegeven?”
“Eh, ja.”
“Was daarmee de boodschap niet duidelijk?”
“Welke boodschap, Januari?”
“Dat jij het even rustig aan moet doen.”
“Waarom zou ik?”
“Omdat je de energie nog niet hebt voor al die plannen die je zit uit te werken. 1 februari, was de afspraak.”
“O ja. Was ik even vergeten. Sorry.”
“Daar koop ik niks voor. Hier, nog wat snot voor in je lijf, een paar graadjes koorts extra en, als bonus, een stijve nek.”
“Goh. Dankjewel.”
“Succes ermee.”
Dinsdag 24 januari
Mijn mornings zijn alles behalve miracles. Ik voel me beroerd. Maar ik lees braaf in mijn boek. Wat moet ik anders.
Deze week: Nobody wants to read your shit van Steven Pressfield. De man heeft meer dan tien jaar lopen aanklooien als schrijver, zonder ook maar één boek te verkopen. Hij gaf niet op. Wat hem bezielde? Dat weet hij eigenlijk zelf ook niet.
Zie je wel. We doen allemaal maar wat.