Jezelf wapenen tegen de wereld

door | 26 02 2024 | persoonlijke groei

Eva Smitt 1982

Mijn sterkste wapen?
Je zou denken mijn pen. Ik ben een schrijver.

Maar het is iets anders.
Iets veel eenvoudigers, iets dat ik altijd bij me heb.

Het is mijn glimlach.
Ik gebruik hem al sinds mijn jeugd.
Eerst uit angst, denk ik. Ik was bang voor mensen, vooral voor wat ze van me vonden. Sommige mensen zien er echt boos uit als ze niet lachen.

Ik kwam ze tegen op straat, bij de SPAR of op een verjaardag. Ze leken mij niet aardig te vinden. Ze vonden me vast druk, irritant of lelijk. Ze leken boos te zijn – op mij, natuurlijk. Ik nam het erg persoonlijk, want ik was onzeker en wilde graag door iedereen aardig gevonden worden. Dus glimlachte ik veel en vaak naar mensen zodra ze in mijn richting leken te kijken.

 

 

Gelukkig groeide ik op in een tijd en een dorp waar het heel normaal is dat je iemand groet wanneer je die passeert op straat. Dat was wel even wennen toen ik in de Grote Stad ging wonen. Maar ook daar hield ik het vol om mensen te begroeten met een glimlach of een vriendelijk ‘dag’.

 

Vooral de mensen met het harde, onvriendelijke gezicht. Juist die.

 

 

Zullen ze echt zo chagrijnig of onaardig zijn als ze eruit zien? Nee, weet ik inmiddels. Zodra je naar ze lacht, lachen de meeste mensen terug en breekt hun gezicht open.

En plots zie je wie ze echt zijn.
Alsof je een moment recht in hun hart mag kijken.

Ik maakte er een spel van.
Als die boze meneer teruglacht, trakteer ik mezelf op een zak M&M’s.
Wedden dat die vrouw niet gaat teruggroeten? Yep. Die is mijlenver weg met haar boze gedachten, ze zag me niet eens.

Inmiddels ben ik niet meer bang voor mensen en hun reactie.
Het interesseert me ook geen moer meer of mensen me aardig vinden of niet, omdat ik mezelf echt heel aardig vind. En nu ik niet meer zo met mezelf bezig hoef te zijn, ik geen leegte meer ervaar in mij die door de buitenwereld opgevuld moet worden, kan ik de focus op de ander leggen.

 

Als je eenmaal voldoende zelfliefde hebt, kun je alle liefde die overstroomt uit dat potje aan anderen geven.

 

 

Compassie, heet die liefde voor je medemens.
Mijn glimlach is niet langer mijn sterkste wapen voor zelfbescherming, maar mijn sterkste wapen in de strijd voor meer liefde in deze wereld.

Ik geef mensen mijn glimlach niet om bevestigd te worden in MIJN zijn, maar om een ander bevestiging te geven van zijn of haar bestaan. Ik zie jou, in liefde, met compassie. Misschien heb je het nodig, misschien niet, maar ik geef het graag weg, want ik heb genoeg.

 

Geef het door, geef het door.

 

 

Glimlachen naar mensen is een automatisme geworden voor me. Het is mijn eerste reactie wanneer ik iemands blik vang. Hoe boos, geïrriteerd, verdrietig of afwezig ze ook lijken, van mij krijgen ze een glimlach. En negen van de tien keer ontdooit hun gezicht, en hopelijk hun hart.

Ik was ooit een eenzame jonge vrouw, altijd op zoek naar de bevestiging dat ik ertoe deed. Die bevestiging heb ik gevonden: niet in de buitenwereld, maar in mezelf. Daar zit alles wat je nodig hebt.

Betekent niet dat je geen anderen nodig hebt om het leven waardevol te maken, integendeel. Dankzij de wereld om me heen, heb ik mezelf kunnen ontwikkelen. Heb ik geleerd dat in iedereen een glimlach schuilt die het gezicht verzacht en het hart opent, al is het voor een moment.

 

Mensen zijn echt niet zo boos als ze lijken te zijn.

 

 

Probeer het maar eens. Glimlach naar iemand op straat. Meestal krijg je er eentje terug. En zo niet, ook goed. Dat zijn de mensen die jouw glimlach, jouw compassie en positieve energie het hardst nodig hebben.