De do’s & don’ts voor het schrijven van een goede tekst

De do’s & don’ts voor het schrijven van een goede tekst

De do’s & don’ts voor het schrijven van een goede tekst

Dat zou je wel willen, hè.
Een mooi, strak lijstje van alle do’s & don’ts op schrijfgebied.

De do’s: als je tekst hieraan voldoet, heb je een goede tekst.
De don’ts: als je dit laat, heb je een goede tekst.
Voldoet je tekst aan beide lijstjes: je hebt een fantastische tekst. Perfect. Dikke tien.

 

Perfect Sigourney Weaver GIF - Find & Share on GIPHY

Helaas. Zo werkt het niet.

 

Of je tekst goed is, hangt van zoveel factoren af.

 

Je tekst kan foutloos zijn. Geen dt-fout te vinden en elke komma staat op de juiste plek. Maar is hij effectief? Reageren lezers zoals je zou willen? Zijn er überhaupt lezers? Blijk je ook iets aan SEO te moeten doen. En promotie. Tja. Die stonden nou toevallig niet in het ‘do’-lijstje.

En dan de don’ts: zinloos. Iemand zeggen wat hij niet moet doen is als vragen om niet aan een roze olifant te denken. Succes. Bovendien weet ik voor elke don’t wel een uitzondering te bedenken.

 

De don’ts van schrijven: ik geef je een paar uitgekauwde voorbeelden.

 

Gebruik geen jargon: hoezo niet? Als jij schrijft voor je collega’s help je ze juist je tekst sneller te begrijpen door jullie eigen taal te gebruiken.

Schrijf actief, gebruik geen lijdende vorm: soms is de lijdende vorm juist wel goed, om subtiel wat afstand te creëren. Het kan een mooi literair stijlmiddel zijn.

Gebruik geen clichés: dit hele artikel gaat over clichés. Do’s & don’ts is een cliché. Toch lees jij dit artikel. Dat was mijn doel, dat jij mijn artikel leest. Mission accomplished. Ik kan je als pleister op de wonde een enorme waslijst met do’s geven. Do’s zijn er genoeg.

 

Ik kan je volop (eenvoudige) tips geven waarmee je een prettig leesbare tekst schrijft.

 

Toch doe ik het niet. Niet hier, niet in één enorme lijst. Ik denk dat je daardoor ontmoedigd raakt in het schrijven en je artikel niet durft te publiceren. Want je ziet wel dat het niet aan alle punten voldoet, maar je weet  niet hoe je dat kunt veranderen. Het beste dat je kunt doen als je twijfelt aan je tekst: vraag hulp. Dat is de enige do waar je altijd iets aan hebt. Laat je tekst lezen door iemand die jij als ideale lezer beschouwt en luister naar het commentaar.

 

Big Bang Theory Help GIF - Find & Share on GIPHY

 

Ook ik doe dat, als professioneel tekstschrijver. Iedere schrijver heeft blinde vlekken. Je hebt iemand anders nodig om je erop te wijzen. Dat is dus de enige do-tip die ik je hier geef: zoek een tekstbuddy. Iemand die scherp en kritisch naar jouw teksten kijkt en je feedback geeft waar je echt iets mee kunt. Vergeet alle goedbedoelde do’s & don’ts-lijstjes en kijk wat het effect van je tekst is op een echt persoon. Je tekst is goed als het resultaat is zoals je had beoogd.

Oké, vooruit. Hier dan toch een checklist voor je blog. Je mag hem downloaden, maar alleen als je belooft:

• dat je je blog laat lezen door een echt mens,
• dat je hem publiceert én
• dat je nog meer schrijft. Want alleen door meer te schrijven word je een betere schrijver. Schrijven, durven, doen: jij kan dat.

Wat ik in de keuken leerde van mijn oma over het schrijven van teksten

Wat ik in de keuken leerde van mijn oma over het schrijven van teksten

Wat ik in de keuken leerde van mijn oma over het schrijven van teksten

Snel wat teksten schrijven. Even een blog posten.
Ik probeer dat regelmatig. Het moet in één keer goed. Huppetee, en klaar.

Soms lukt het. Meestal niet.
“Accepteer dat nou eens,” zeg ik tegen mijn ongeduldige zelf. Je kunt niet alles in één keer goed doen. Moet je ook niet willen.

 

Schrijven is een proces.

 

Een proces van ingeving, creativiteit, uitwerken, beoordelen en bijschaven. En tijd.
Tijd is een belangrijk element. Tijd in de vorm van geduld, van timing, en van rijping.

De keuken is een inspirerende plek voor een schrijver. Je kan er schrijven aan de keukentafel terwijl de geur van roomboter en laurierblaadjes herinneringen boven brengt. Bovendien struikel je er over de metaforen. Zeker wat tijd, timing en rijping betreft. Het deeg moet rijzen, de appeltaart moet bakken, het vlees moet rusten voor je het aansnijdt.

Op oudjaarsdag vond je vroeger mijn vader in de keuken en mijn moeder ver uit de buurt. Het was de enige dag in het jaar dat hij zijn garage verruilde voor de keuken. Hij deed een blauw keukenschort om en plakte het beduimelde briefje met oma’s oliebollenrecept op de afzuigkap. Er stonden flesjes bier op het aanrecht, er klonk Pink Floyd uit de boxen. Shine on you crazy diamond.

Gefascineerd keken mijn broertje en ik toe hoe hij met oliebollenbeslag bezig was in plaats van auto’s. Als de mixer het beslag in zijn gezicht spetterde, vloekte hij hemel en aarde bij elkaar. Maar het kwam altijd goed. Mijn vader zette de kom met de grijze substantie onder een natte theedoek op de verwarming en verdween weer naar zijn natuurlijke habitat, om een distributieriem of koppakking te vervangen. Langzaam rees het beslag tot een indrukwekkende hoeveelheid. Mijn vader was een tovenaar.

 

Tijd. Meer had het beslag niet nodig.

 

En een goed recept. Mijn oma’s oliebollen waren de beste. En haar natte cake. Ik heb heel wat woensdagmiddagen met oma Evia doorgebracht in de keuken. In haar cakes prikte ze gaatjes, met een dikke breinaald. Ze gaf me een knipoog en terwijl zij de cakegaatjes volgoot met Drambuie, oefende ik op mijn knipoog.

 

“Alles heeft tijd nodig. Je kunt gras niet sneller laten groeien door eraan te trekken.”

 

Oma’s natte cake was een begrip in de familie. Maar ik was acht en maakte liever koekjes. Ik vond het heerlijk om te spelen met vormpjes, eigeel en amandelschaafsel. Als de koekjes de oven in gingen, zette mijn oma de kookwekker. We speelden Memory in de woonkamer tot we teruggerinkeld werden naar de keuken. Oma tuurde door het ovenraam. Ik tuurde met haar mee. “Denk je dat ze klaar zijn, Eva?” vroeg ze dan. Ik had geen idee. Vanuit mijn ooghoeken keek ik naar oma. Als ze met haar trouwring tegen het ovenraam tikte, wist ik dat ze graag het deurtje wilde opentrekken. Dan zouden ze dus wel klaar zijn. Maar als ze met haar ogen naar de keukenwekker zocht, zei ik: “Nou, volgens mij moeten ze nog vijf minuutjes.” Zo leerde ik koekjes bakken. En later ook biefstukken. “Weg met die margarine,” zei mijn oma. “De oorlog is voorbij. Biefstukken bak je in roomboter. Peper en zout pas strooien na het keren. En na het bakken niet op een koud bord leggen. Daar schrikt zo’n koe van. Warm bord, stukje folie eroverheen. Laat ‘m even rusten, dat snijdt makkelijker en smaakt beter.”

Tijd. Het is in elk creatieproces een belangrijke factor. Niet alleen voor oliebollen, gemberkoekjes en biefstukken van de haas. Ook bij het schrijven. Ergens zet je een punt en ga je wat anders doen. Begin niet meteen met corrigeren, schrappen en herschrijven. Laat het rusten. Ga buiten wandelen. Bak een natte cake. Speel een potje Memory met een eigenwijs kind.

Laat de eerste versie van je blog een dagje liggen. Van de frisse blik waarmee je dan je tekst afmaakt, knapt hij op. Je mes gaat er makkelijker doorheen. En door de toevoegingen smaakt hij beter. Bon appetit.

Lees ook: Waarom je niet te veel tijd moet besteden aan het schrijven van je blog

Acht tips om te bloggen zonder te schrijven

Acht tips om te bloggen zonder te schrijven

Acht tips om te bloggen zonder te schrijven

leeg papier om te schrijven, te kleuren of te tekenen

Ik kan niet schrijven, krijg ik vaak te horen van ondernemers. Gelukkig valt dat meestal wel mee, dat niet kunnen schrijven. Maar die overtuiging is een lastige. Eentje die veel ondernemers ervan weerhoudt te bloggen en echt zichtbaar te worden online.

Ze publiceren niks op hun website, maar produceren wel aan de lopende band posts op LinkedIn en facebook, tweeten erop los en leggen elke stap die ze zetten vast op Instagram. Jammer, want de vluchtigheid van een socialmediapost heeft niet de eeuwigheidswaarde die een artikel op je website wel heeft.

 

Je blog is de fundering onder je online succes.

 

Het is je podium, je basis. Je contentbibliotheek. Het is waarmee je kunt laten zien wie je bent, waar je voor staat. Waarom je doet wat je doet. Hoe meer je publiceert, hoe steviger dat podium.

Maar goed, jij denkt dus dat je niet kunt schrijven. Dus heb je geen blog.
Wel een prachtige website, maar geen blog.

Tja. Daar zit toch een beetje het probleem.
Want mensen delen geen websites, ze delen content. Kijk maar in je eigen tijdlijn op Facebook. Of op twitter, of LinkedIn. Daar worden foto’s, video’s en artikelen gedeeld. Geen homepages, of webpagina’s met het dienstenaanbod. Alleen de artikelen, met waardevolle tips of een leuke anekdote. Een interessante visie of een handige checklist.

Ook Google vindt zulke content interessant. Zet dus waardevolle content op je website. Geef tips, maak handige checklists voor je klanten, schrijf over wat je meemaakt. En weet je hoe we zo’n post op je website noemen? Een blog. Meer is het niet. Zelfs als je niet graag schrijft, kun je een blog maken.

 

Hoe kun je bloggen zonder artikelen te hoeven schrijven?

 

Je hoeft geen begenadigd schrijver te zijn om te bloggen. Als jij enthousiast over je werk kunt vertellen (en dat kun jij ongetwijfeld, anders had je wel een ander vak gekozen), dan kun je het ook opschrijven. Gewoon letterlijk opschrijven wat je vertelt. Neem het op, desnoods. Een beetje mobiele telefoon heeft een dicteerfunctie, en anders download je een app die dat kan.

Schrijf je (ingesproken) verhaal in je eigen woorden op. Gewoon zoals je het vertelt, in spreektaal. Er is niets mis met schrijven in spreektaal. Spreektaal leest lekker weg – de uh’tjes en de hahaha’tjes laat je eruit. En je zet wat vaker een punt waar je als je spreekt doordendert.

Perfectie is uitermate onbelangrijk – niemand verwacht van jou dat je prachtige volzinnen schrijft, tenzij je tekstschrijver bent. Je enthousiasme, je bezieling, je passie, hoe je het ook noemen wilt: dát is wat mensen willen voelen. Eigenlijk is schrijven meer een kwestie van durven dan van kunnen.

Voeg regelmatig een blogje toe aan je website. Dat hoeft dus echt geen essay-achtig stuk van 1200 woorden te zijn.

 

Met de volgende acht tips kun jij makkelijk je blog vullen. Zonder dat het je veel tijd en schrijfwerk kost.

Tip 1 - Bloggen met een foto

Met welk project ben je bezig? Wat heb je vandaag geleerd? Wie heb je vandaag geholpen? Het zijn onderwerpen waarover we op LinkedIn continu kort berichten. Maar wat als je die posts wat verder uitwerkt, net iets meer vertelt, en ze dan op je blog zet?

Maak een foto, een momentopname. Plaats die met een uitgebreid bijschrift op je website. Zou zo maar kunnen dat dat bijschrift zo lang wordt dat het toch op een ‘echte’ blogpost lijkt. Dat is dan mooi meegenomen. Maar de intentie is om een foto te plaatsen van wat jou bezighoudt, met een toelichting.

Die foto kun je ook op Instagram zetten, op LinkedIn of op Facebook. Daarbij verwijs je naar je blog. 

Kijk ook eens naar de posts die je al op social media hebt staan. Kun je die niet als blogpost op je website plaatsen?

 

Tip 2 - Bloggen over een tof artikel

Ik raad je aan meer te lezen. Van lezen ga je (makkelijker) schrijven, lezen inspireert. Lees artikelen en deel de artikelen die jij interessant vindt en die ook voor jouw doelgroep relevant zijn.

Schrijf erbij waarom je het artikel interessant vindt. Zo kun je laten zien waar jij voor staat aan de hand van content van iemand anders. ‘Curated content’ noemen we dat. Je hoeft het zelf niet te schrijven, maar je kunt wel de inhoud ervan onderschrijven. Of juist uitleggen waarom je het er niet mee eens bent.

Tip 3 - Bloggen over een quote

Inspirerende citaten, grappige uitspraken: het internet hangt er vol mee. In je omgeving hoor je vast ook weleens rake opmerkingen. Van je klanten, je partner, je kinderen of van een wildvreemde in de trein.

Kies quotes die jou persoonlijk aanspreken en deel ze op je site. Het liefst met een kleine anekdote erbij over wat de quote voor jou betekent. Let er wel op dat je geen plagiaat pleegt met je citaten. Ik schreef er een blog over: Citeren: wanneer is een quote een citaat en wanneer is een citaat jatwerk?

 

Tip 4 - Bloggen over tips, tricks en FAQ’s

Welke vragen krijg je vaak? Je blog is de perfecte plek om daar eens uitgebreid antwoord op te geven. Of geef je lezers tips. Je weet meer dan je denkt. Vaak is wat voor jou vanzelfsprekend is, voor een ander een waardevolle tip of een echte eye-opener.

Tip 5 - Bloggen over een video (of vlog zelf)

Niets zo populair als video. Mensen kijken online graag filmpjes. Die kun je natuurlijk zelf maken maar een interessant of grappig filmpje delen van Youtube of Vimeo is ook goed.

Ook video’s delen van anderen valt onder de noemer ‘curated content’. Waardevolle content verdient het gedeeld te worden. Schrijf er altijd bij waarom je dit specifieke filmpje deelt.

Als je een zelfgemaakte video als blog op je website deelt, zet er dan een transcriptie (uitgeschreven tekstversie) bij. Zo kan Google ook goed zien waar de video over gaat. En de mensen die liever lezen maak je er ook blij mee. 

 

Tip 6 - Bloggen over (of geïnspireerd door) een podcast

De podcast is weer helemaal hip, hot en happening! Mensen vinden het heerlijk om te luisteren naar goede tips, interviews en updates uit hun branche. Je kunt erover bloggen, of je maakt zelf een geluidsopname. Voeg ook hier wat achtergrondinformatie of een transcriptie van de opname toe. Zo’n blog over je podcast: zullen we het ploggen noemen?

Tip 7 - Bloggen in de vorm van een infographic

Eén plaatje zegt vaak meer dan duizend woorden. Het succes van infographics zit ‘m in het visualiseren van cijfers en verbanden waar je schrijvend een hele klus aan zou hebben. Kijk eens rond op Pinterest, daar vind je veel infographics.

Zelf een goede infographic maken vergt wat designkunsten, maar met websites als Piktochart, Infogr.am of Easel.ly kom je een heel eind.

 

Licht altijd jouw keuze voor andermans content toe. Zeker bij beeldmateriaal is het belangrijk dat je er tekst aan toevoegt. Google is blind en doof en heeft geen idee wat er in een video of plaatje gebeurt, al lukt dat steeds beter. Gebruik in je bijschrift concrete woorden (zoektermen) die interessant zijn voor de mensen voor wie je de content plaatst.

Tip 8 - Een oud blog opnieuw publiceren

Last but not least: recycle! Heb je ergens nog oude blogs online staan, die qua inhoud de tand des tijds hebben doorstaan? Publiceer ze opnieuw, al dan niet met een paar aanpassingen. Houd er wel rekening mee dat Google niet van duplicate content houdt, dus verwijder oudere versies. Wat duplicate content is en hoe je dat kunt oplossen, lees je in dit artikel dat ik schreef over duplicate content.

Deel je content van anderen? Denk dan wel aan:

Credits: ere wie ere toekomt. Wanneer je content cureert (dus content gebruikt die door anderen gemaakt is) plaats er dan altijd een link bij naar de originele content. Wees transparant over de herkomst van je materiaal en inspiratie.

Rechten: pas op met foto’s van internet, gebruik liever foto’s die je zelf maakt (unieker is er niet!). Als je toch een goede stockfoto zoekt (bijv. via istockphoto.com) betaal er dan gewoon voor. Of gebruik foto’s van rechtenvrije sites als pixabay.com, stocksnap.io of deathtothestockphoto.com.

Inspiratie genoeg? Aan de slag!

Vier tips om eindelijk in beweging te komen en je doelen te bereiken

Vier tips om eindelijk in beweging te komen en je doelen te bereiken

Vier tips om eindelijk in beweging te komen en je doelen te bereiken

Voor een paar euro pakte ik bij de kassa een boekje mee van Ben Tiggelaar. ‘Mooi werk’ heet het. Leuk aardigheidje, voor mijn man. Zoals ik altijd doe met de boeken die ik voor mijn man koop: ik lees ze eerst zelf.

Ben verkent in het boekje onze relatie met werk – wat maakt werken plezierig, goed en zinvol? Een vraag die ik mezelf regelmatig stel. Wat maakt werken nou leuk? Wat is er leuk aan blogjes schrijven? Hoe kan ik mezelf motiveren om productiever te worden, meer te schrijven en er plezier in te hebben?

In het hoofdstuk Werkgenot behandelt Ben de nucleus accumbens: het ‘genotscentrum’ in onze hersenen dat verantwoordelijk is voor positieve belevingen, zoals verlangen, passie, motivatie en bevrediging. Ik heb me eens even verdiept in die nucleus accumbens. Zonder scalpels en schedelboren, hoor. Gewoon gegoogeld. Dit hersengebied speelt een rol bij onder andere verliefd worden en verslavingsgedrag. Maar ook bij seksualiteit, computerspelletjes en emoties die door het luisteren naar muziek worden opgewekt.

De nucleus accumbens reageert op de belonende effecten van gedrag. Helaas vooral op plezierige kortetermijnactiviteiten. De ‘snelle kick’. Een stuk chocola, een halfuurtje Netflixen, om de vijf minuten Facebook en je mail checken, nog even snoozen als de wekker gaat… achteraf heb je spijt van de extra calorieën en de verloren tijd. Maar ja, je nucleus accumbens hè. Die heeft niets met planning, doelen en grote dromen.

 

Hoe vecht je tegen de dwingende werking van je brein?

 

Bewustwording is de eerste stap. Je weet nu dat er een hersengebiedje is dat altijd op zoek is naar de kick. Je weet dat die nucleus accumbens niet je beste vriend is. Gebruik die wetenschap om er minder vaak in te trappen. Het is gedrag en gedrag kun je kiezen, hoe moeilijk dat soms dus ook is.

 

Ik geef je een paar tips om die nucleus accumbens te temmen.

 

Om productiever te worden, dromen te verwezenlijken en doelen te bereiken.

 

Tip 1 – Werk niet meer reactief, kies je contactmomenten bewust

 

Open op vaste tijden je mail en alleen als je ook de tijd hebt om de mails te behandelen (beantwoorden, actie inplannen of archiveren). Doe dat ook met social media. Tip: wijzig de instellingen op je telefoon voor social media en mail van push naar pull. Dat leidt tot minder piepjes waardoor je niet meer zo vaak naar je telefoon grijpt (reactief). Jij bepaalt wanneer er wat gedaan wordt, niet je telefoon.

Wat ook goed werkt is om de meldingen (de rode bolletjes) uit te zetten bij je apps en de meest verleidelijke apps niet op het eerste scherm van je telefoon te zetten. Verstop ze in mapjes.

 

Tip 2 – Maak je langetermijndoelen zichtbaar

 

Maak een lijst van je doelen over vijf of tien jaar. Of plak een moodboard bij elkaar, vol plaatjes van jouw doelen. Maak jezelf goed duidelijk waar je het allemaal voor doet en herinner jezelf er regelmatig aan.

 

Tip 3 – Droom groot, maar neem kleine stapjes richting je doel

 

Wil niet te veel tegelijk. Hak de stappen naar je doel op in kleine stapjes zodat je snel weer een stap kunt afstrepen. Check, check! Dat geeft een kick, nietwaar?

 

Tip 4 – Vier je successen, hoe klein ook

 

Weer een stapje gezet? Ontpop de kurken, koop die nieuwe broek, eet de taart. Beloon jezelf regelmatig, dat werkt bevredigend en motiverend.

Zou dit de blauwdruk zijn voor succes? Je tijd bewaken, groot dromen, kleine stapjes en veel champagne? Klinkt goed! Als we die blauwdruk voor succes over het bloggen heen leggen:

 

1. Schrijf liever vaak en kort dan sporadisch en lang.
2. Schrijf korte(re) blogs, over één afgebakend onderwerp.
3. Schets voor jezelf geen hoge verwachtingen rond aantallen lezers, reacties en likes.
4. Het publiceren is je doel (vier het!). De rest komt later wel.

 

Kun jij iets met deze tips, binnen jouw bedrijf? Wat werkt voor jou? Deel je tips hieronder, mijn nucleus accumbens is er dol op!

Wat rijmt er op herfst?

Wat rijmt er op herfst?

Wat rijmt er op herfst?

Er zijn van die woorden in het Nederlands die zich maar moeilijk laten rijmen. Wereld, nieuws, twaalf: je kunt ze maar beter niet gebruiken in een gedicht of sinterklaasrijm, want je verspilt er gegarandeerd tijd mee. Cabaretier Marcel Verreck schreef een liedje over de herfst, met daarin de volgende regels:

 

In de herfst Is alles lekker op zijn sterfst.

 

Drs. P wist er natuurlijk ook wel raad mee, als één van de grootste woordkunstenaars van Nederland:

 

De buren waren grimmig,
zijn ouders diep gegriefd

en onder zijn collega’s
was hij ook al niet geliefd.

De oude juffrouw Zomer,
baas Voorjaar, meester Herfst:

ze riepen driewerf schande,
juffrouw Zomer het driewerfst.

 

En dat was het wel zo’n beetje, qua herfstrijm. Dus als je dichterlijk wilt refereren aan de herfst, en je komt niet ver met sterfst, dan zou ik toch kiezen voor jaargetijde, of seizoen. Die woorden zullen het in een rijm echt beter doen.

Het verschil maken met een tekst

Het verschil maken met een tekst

Het verschil maken met een tekst

In 1975 bracht de toen 22-jarige Janis Ian haar nummer “At Seventeen” uit.

Toen ik het voor het eerst hoorde was ik waarschijnlijk een jaar of twaalf.
Ik was een Polletje Piekhaar met een beugel en een bril, dus ik kon mezelf wel herkennen in het liedje over een “ugly duckling”.

Janis Ian wilde At Seventeen eigenlijk niet opnemen. Ze vond het te persoonlijk. Uiteindelijk deed ze het toch. Het werd haar eerste grote internationale hit waar ze een Grammy Award mee won. (Leuke anekdote: op Valentijnsdag 1977 ontving ze 461 Valentijnskaarten.)

 

At seventeen van Janis Ian

 

Het is één van de mooiste liedjes ooit geschreven. Als Janis toen, in 1975, had gedacht dat niemand op haar verhaal zat te wachten, dan hadden we dit prachtige nummer niet gehad. Dan had ze niet het verschil kunnen maken voor al die jonge meisjes die nog geen idee hebben waar het in het leven écht om draait.

 

“If you get once in your life to write something that crosses race and gender and culture and all the other things that we put up between ourselves to make sure we do not get too close to one another, if you can do that for just one moment, then someone like me thinks: well, this life was very much worth living.”

– Janis Ian